Op het Regt ofte Justitie, dat ‘er op Zaturdag den 23. February 1782.
Title
Op het Regt ofte Justitie, dat ‘er op Zaturdag den 23. February 1782.
Subtitle
innen de Stad Alkmaar is gedaan, aan een Jongeling van Vyftich Jaaren, genaamt Gerrit Pietersz. Gluur, geboren te Zuidscharwoude op Langendyk, dewelke zyn Eygen Vader (zynde Schipper geweest van Langendyk op Alkmaar,) heeft vergeven door Rottekruid. ’t welk hy gekogt had in de Winkel van Pieter Granaatappel, woonende agter de Vismarkt tot Alkmaar; voor welke Misdaad hy gecondemneerd is, om gelegt te worden op een Kruis en vervolgens met een Strop gewurgt, van onderen op te werden Gerabraakt, en voorts zyn Doode Lichaam, na dat het eenige tyd op het Kruis ten toon gelegen had, in een Zak gedaan na Zee gevoerd, om in dezelve geworpen te worden.
Synopsis
Gerrit Pietersz murder
Digital Object
Image notice
Full size images of all song sheets available at the bottom of this page.
Image / Audio Credit
Set to tune of...
ô Holland schoon gy leeft in Vreê.
Transcription
1. Vervloekte boosheid Gruweldaad!
Geen weerga haast te vinden,
Den Duyvel door zyn booze raad,
Deed my als een ontzinde
Begaan een daad haast nooit gehoord;
Waar van een ieder als verstoord;
Wie het maar komt te Lezen,
Het hard dat raakt vol vreezen.
2. Moest ik ô Gruwelyk helsch besluyt,
Myn Vader zoo vergeven?
Door middel van het Rottekruyt!
Foei wat hebt ik bedreeven?
Niet, dat ik het bloed myn’s Evenmensch,
Gestort hebt na myn booze wensch;
Maar van myn Rigen Vader,
Naast God heeft niemant nader.
3. Den Satan speelden zoo zyn rol
In my, tot alle kwaaden
De maat van boosheid die was vol,
En in my overlaaden
Dat ik door kragt van zyn besluyt,
Die Gruwele kon voeren uit,
En zulke snoô misdaden,
Bedryven vroeg en spade.
4. Zoo is het dan met my gegaan,
Ik heb den Heer verlaaten,
Ik liet my niet ten goede raan,
Of tot de deugd bepraten;
Maar ik als een weerspannig kind,
Sloeg goede lessen in de wind,
En ging myn jeugdig leven
Tot Gruwelen overgeven.
5. De wrok die my heeft aangezet:
Ik wou ter Zee gaan varen,
Dat heeft myn Vader my belet,
Dat bragt my in beswaren;
Want ik met opzet was bedagt,
De zaak ter uitvoer heb gebragt,
Gelyk het Recht is gebleeken,
Dus moet ik tot een teeken.
6. Gebragt al op een Treur-Schavot!
Om loon na werk te ontvangen,
Vergeef genaderyke God
Al myne booze gangen.
Gedenk dog niet myn zonden schult,
Myn hert met waar betrouw vervult,
En wast myn rein en schoone,
In het bloed van uwe Zoone.
7. Gy hebt wel eer Heer uw gena
Den Moordenaar beweezen,
Opregt berouw komt nooit te spa;
Gun my ô God mitsdezen!
Ontvang in deze bange stand:
Myn Geest ô Vader in uw hand,
En laat my by uw komen,
In ‘t Paradys der Vroomen.
8. Komt hier gy oud en Jong te zaam
‘k zal uw een Leerbeeld geven,
Vreest voor des Heeren grooten naam
En beterd dog uw leven,
Steld zyn Alwetentheid voor ‘t oog,
gy zyt beneên en God om hoog,
Daar hy beschoud de dingen,
Van ‘s Menschen handelingen,
9. ô stond daar ik voor schik en beef
ô Boosheid die my kwelden,
Dat ik die schrik daad snood bedreef,
Dat my Gena herstelden;
In ‘t laasten blikken van de dood,
Een hoop die veel behoud in nood,
Schoon zyn myn zonden veele,
De Borge kan die heele.
10. Vaarwel de geen die my bestaan,
Vaarwel myn welbekenden
Ik moet nu van u scheiden gaan,
Myn jonge leven ende,
Vergeeft my ‘t geen ik heb misdaan,
Stilt uw gezugt en droef getraan!
Wild uw in God versterken
Ik krygen loon na werken.
Geen weerga haast te vinden,
Den Duyvel door zyn booze raad,
Deed my als een ontzinde
Begaan een daad haast nooit gehoord;
Waar van een ieder als verstoord;
Wie het maar komt te Lezen,
Het hard dat raakt vol vreezen.
2. Moest ik ô Gruwelyk helsch besluyt,
Myn Vader zoo vergeven?
Door middel van het Rottekruyt!
Foei wat hebt ik bedreeven?
Niet, dat ik het bloed myn’s Evenmensch,
Gestort hebt na myn booze wensch;
Maar van myn Rigen Vader,
Naast God heeft niemant nader.
3. Den Satan speelden zoo zyn rol
In my, tot alle kwaaden
De maat van boosheid die was vol,
En in my overlaaden
Dat ik door kragt van zyn besluyt,
Die Gruwele kon voeren uit,
En zulke snoô misdaden,
Bedryven vroeg en spade.
4. Zoo is het dan met my gegaan,
Ik heb den Heer verlaaten,
Ik liet my niet ten goede raan,
Of tot de deugd bepraten;
Maar ik als een weerspannig kind,
Sloeg goede lessen in de wind,
En ging myn jeugdig leven
Tot Gruwelen overgeven.
5. De wrok die my heeft aangezet:
Ik wou ter Zee gaan varen,
Dat heeft myn Vader my belet,
Dat bragt my in beswaren;
Want ik met opzet was bedagt,
De zaak ter uitvoer heb gebragt,
Gelyk het Recht is gebleeken,
Dus moet ik tot een teeken.
6. Gebragt al op een Treur-Schavot!
Om loon na werk te ontvangen,
Vergeef genaderyke God
Al myne booze gangen.
Gedenk dog niet myn zonden schult,
Myn hert met waar betrouw vervult,
En wast myn rein en schoone,
In het bloed van uwe Zoone.
7. Gy hebt wel eer Heer uw gena
Den Moordenaar beweezen,
Opregt berouw komt nooit te spa;
Gun my ô God mitsdezen!
Ontvang in deze bange stand:
Myn Geest ô Vader in uw hand,
En laat my by uw komen,
In ‘t Paradys der Vroomen.
8. Komt hier gy oud en Jong te zaam
‘k zal uw een Leerbeeld geven,
Vreest voor des Heeren grooten naam
En beterd dog uw leven,
Steld zyn Alwetentheid voor ‘t oog,
gy zyt beneên en God om hoog,
Daar hy beschoud de dingen,
Van ‘s Menschen handelingen,
9. ô stond daar ik voor schik en beef
ô Boosheid die my kwelden,
Dat ik die schrik daad snood bedreef,
Dat my Gena herstelden;
In ‘t laasten blikken van de dood,
Een hoop die veel behoud in nood,
Schoon zyn myn zonden veele,
De Borge kan die heele.
10. Vaarwel de geen die my bestaan,
Vaarwel myn welbekenden
Ik moet nu van u scheiden gaan,
Myn jonge leven ende,
Vergeeft my ‘t geen ik heb misdaan,
Stilt uw gezugt en droef getraan!
Wild uw in God versterken
Ik krygen loon na werken.
Cursed, evil deed of horror!
Hardly finds any resistence,
The devil, because of his evil council,
Caused me like a madman
To do a deed almost never heard of;
By which everyone was disturbed;
Whoever comes to read it,
The heart fills with fear.
Did I have to, oh horrible hellish decision,
Poison my father so?
By means of the rat poison!
Oh what have I done?
Not, that I the blood of my fellow human,
Plunged after my evil wish;
But from my deftly dressed father,
Besides God, no one nearer.
The Satan played his roll so
In me, to all evil
The measure of evil was full,
And overloaded in me
That I by the power of his decision,
Could execute those horrors,
And commit such evil crimes
early and late.
That is how it went with me,
I have abandoned the Lord,
I did not allow myself good advice,
Or to be talked into virtue;
But like a stubborn child,
Threw good lessons to the wind,
And gave my youthful life
To horrors.
The resentment activated me:
I wanted to sail out to sea,
My father prevented me from [doing] that,
Which brought me to object;
Because I was contrived with intention,
Executed the case,
As became apparent at the court,
So I have to sign [for it].
Brought already upon the mourning-scaffold!
To receive payment after work,
Forgive merciful God,
All my evil ways.
Do not think of my sinful guilt,
My heart is filled with genuine sorrow,
And washes me pure and clean,
In the blood of your Son.
You have proven your mercy for a murderer before, Lord,
Genuine sorrow never comes too late;
Hereby grant [it to] me, oh God!
Receive in this frightened state:
My spirit, oh Father, in your hand,
And let me come to you,
In the Paradise of the pious.
Come here, old and young together
I will give you an exemplar,
Fear for the Lord’s great name
And so improve your life,
Put his omniscience in the front of your mind
You are below, and God above,
There he sees the things,
Of people’s dealings
Oh I stood there in freight and shaking
Oh anger which tortured me,
That I committed that terrible deed so heinously
That my mercy restored;
In the last moments before death,
A lot which is maintained in need,
So many are my sins,
This guarantee can heal them.
Goodbye those who are here with me,
Goodbye my acquaintances
I have to separate from you now,
My young life ends,
Forgive me what I have misdone,
Silence your sighs and sad tears!
Will you consolidate yourself in God
I receive payment after work.
Translation by Rena Bood
Hardly finds any resistence,
The devil, because of his evil council,
Caused me like a madman
To do a deed almost never heard of;
By which everyone was disturbed;
Whoever comes to read it,
The heart fills with fear.
Did I have to, oh horrible hellish decision,
Poison my father so?
By means of the rat poison!
Oh what have I done?
Not, that I the blood of my fellow human,
Plunged after my evil wish;
But from my deftly dressed father,
Besides God, no one nearer.
The Satan played his roll so
In me, to all evil
The measure of evil was full,
And overloaded in me
That I by the power of his decision,
Could execute those horrors,
And commit such evil crimes
early and late.
That is how it went with me,
I have abandoned the Lord,
I did not allow myself good advice,
Or to be talked into virtue;
But like a stubborn child,
Threw good lessons to the wind,
And gave my youthful life
To horrors.
The resentment activated me:
I wanted to sail out to sea,
My father prevented me from [doing] that,
Which brought me to object;
Because I was contrived with intention,
Executed the case,
As became apparent at the court,
So I have to sign [for it].
Brought already upon the mourning-scaffold!
To receive payment after work,
Forgive merciful God,
All my evil ways.
Do not think of my sinful guilt,
My heart is filled with genuine sorrow,
And washes me pure and clean,
In the blood of your Son.
You have proven your mercy for a murderer before, Lord,
Genuine sorrow never comes too late;
Hereby grant [it to] me, oh God!
Receive in this frightened state:
My spirit, oh Father, in your hand,
And let me come to you,
In the Paradise of the pious.
Come here, old and young together
I will give you an exemplar,
Fear for the Lord’s great name
And so improve your life,
Put his omniscience in the front of your mind
You are below, and God above,
There he sees the things,
Of people’s dealings
Oh I stood there in freight and shaking
Oh anger which tortured me,
That I committed that terrible deed so heinously
That my mercy restored;
In the last moments before death,
A lot which is maintained in need,
So many are my sins,
This guarantee can heal them.
Goodbye those who are here with me,
Goodbye my acquaintances
I have to separate from you now,
My young life ends,
Forgive me what I have misdone,
Silence your sighs and sad tears!
Will you consolidate yourself in God
I receive payment after work.
Translation by Rena Bood
Crime(s)
Murder
Date
Collection
Citation
“Op het Regt ofte Justitie, dat ‘er op Zaturdag den 23. February 1782.,” Execution Ballads, accessed December 22, 2024, https://omeka.cloud.unimelb.edu.au/execution-ballads/items/show/1245.